Preventieakkoord schiet tekort, maar wat werkt dan wél tegen roken, overgewicht en problematisch alcoholgebruik
Het overheidsplan om Nederlanders gezonder te krijgen schiet tekort, blijkt uit onderzoek van het RIVM. Zwaardere maatregelen zijn nodig, vinden gezondheidsexperts. ‘Als het je echt menens is, leg dan vast dat er binnen 100 meter afstand van een supermarkt geen tabak verkocht mag worden.’
Radicaal minder Nederlanders met overgewicht, minder rokers en minder problematisch alcoholgebruik in het jaar 2040. Dat is het doel van het Nationaal Preventieakkoord, dat de overheid in 2018 sloot met maar liefst zeventig maatschappelijke organisaties. De doelen moeten bereikt worden met een pakket aan maatregelen zoals minder verkooppunten voor tabak, een frisdrankbelasting en afspraken met voedselfabrikanten over gezondere producten.
Al die maatregelen halen vaak wel iets uit, concludeert het RIVM in een doorrekening. Maar ze schieten ook zwaar tekort om de doelen te halen. Neem roken. Het afgesproken doel is dat in 2040 minder dan 5 procent van de volwassenen en geen enkele jongere meer rookt. Maar volgens het RIVM koersen we met de afspraken uit het Preventieakkoord af op 10 procent rokende volwassenen en 4 procent rokende jongeren in 2040. Zonder de maatregelen zou dit uitkomen op respectievelijk 13 en 5 procent.
Voor overgewicht is het doel dat in 2040 maximaal 38 procent van de volwassenen te zwaar is, en maximaal 9,1 procent van de kinderen. Maar ook mét de afspraken worden dat er veel meer: 56 procent van de volwassenen en 14 procent van de kinderen. Zonder Preventieakkoord zou dit er nog iets slechter voorstaan, denkt het RIVM, met 58 procent overgewicht bij de volwassenen en 15 procent bij de kinderen. Bij problematisch alcoholgebruik verwacht het RIVM ook ‘weinig effect’ van de afspraken.
Het instituut concludeert dat er veel meer en stevigere maatregelen nodig zijn. Wat werkt wél in de strijd tegen overgewicht, roken en problematisch alcoholgebruik?
1. Regel een wettelijke stok achter de deur
‘Ik ben hier oprecht teleurgesteld over’, zei staatssecretaris Van Ooijen van Volksgezondheid in een eerste reactie op het rapport. Het tekent volgens Jochen Mierau, hoogleraar economie van de volksgezondheid aan de Rijksuniversiteit Groningen en het UMCG, de lakse houding waarmee opeenvolgende kabinetten omgaan met preventie.
‘Als klimaatdoelen of normen voor begrotingstekorten niet gehaald worden, dan mag de minister direct tekst en uitleg geven in de Kamer en uitleggen welke maatregelen hij of zij neemt. Maar gezondheidsdoelen zijn allemaal veel te vrijblijvend. Haal je die niet dan is het ‘jammer’ en gaan we door met de orde van de dag. Je zou gezondheidsdoelen wettelijk moeten verankeren, zodat je bestuurders erop kunt afrekenen. Die stok achter de deur is hard nodig.’
2. Maak ongezonde keuzes duurder, en gezonde keuzes goedkoper
Of het nu gaat om roken, overgewicht of alcohol: prijsstijgingen van ongezonde producten zijn een bewezen effectief middel om het gebruik ervan te verminderen. ‘Een zak chips zou veel duurder moeten zijn dan een zak aardappelen’, zegt Maria Jansen, hoogleraar populatiegericht gezondheidsbeleid aan de Universiteit van Maastricht. Ze wijst erop hoe falend preventiebeleid praktisch geschoolden harder raakt dan theoretisch geschoolden. ‘Twintig jaar geleden was het verschil in levensverwachting tussen die groepen een jaar of drie. Inmiddels is dat acht.’
Ook het RIVM concludeert in haar rapport herhaaldelijk dat extra prijsverhogingen voor tabak, alcohol en ongezond eten nodig zijn om de gezondheidsdoelen uit het Preventieakkoord te halen. ‘En gezonde keuzes dan juist goedkoper maken’, aldus Jansen.
Hoewel sigaretten de afgelopen jaren in rap tempo duurder zijn geworden, is dit voor veel andere ongezonde producten beduidend minder het geval. Ter illustratie stuurt Mierau een foto van een krantenadvertentie uit het jaar 1999 door, met daarop een krat bier voor 9 gulden en 36 cent (circa 4,25 euro).
Een tweede doorgestuurde foto van Mierau toont het prijskaartje van een krat bier bij een recent bezoek aan de supermarkt: 5 euro en 79 cent. ‘Daar zijn dus al die jaren inflatie overheen gegaan. Nog steeds zijn de goedkoopste ongezonde producten zeer goedkoop.’
Sinds deze maand is de zogeheten frisdrankbelasting ingevoerd, in de hoop dat meer mensen daardoor kiezen voor een gezonder alternatief als water. Mierau: ‘In plaats daarvan zie ik liever een echte suikertaks, waarbij producten met meer suiker hoger belast worden. Pas dan zie je het effect dat fabrikanten zelf in actie komen om minder suiker in hun producten te doen, zodat ze minder belasting hoeven te betalen.
‘Het lijkt me ook verstandig om wettelijke normen vast te leggen over wat er in junkfood mag zitten. Voor brood geldt nu al dat er maximumhoeveelheid zout in mag, omdat te veel zout slecht is voor onze nieren. Doe dat ook voor chips, ijs, enzovoorts.’
3. Maak ongezonde producten moeilijker verkrijgbaar
Supermarkten mogen geen sterke drank verkopen. Maar wie zo’n fles toch in huis wil halen, stuit een paar winkels verderop al snel op een Gall&Gall. ‘En die is óók van Ahold’, zegt Mierau. ‘Hetzelfde zie je nu gebeuren met sigaretten. Die gaan uit de supermarkten, en dan opent er in no time een tabakswinkel vlakbij. Als het je echt menens is om roken terug te dringen, leg dan wettelijk vast dat er binnen straal van 100 meter van een supermarkt geen tabak verkocht mag worden. Dan komen mensen simpelweg minder in aanraking met die producten.’
Staatssecretaris Van Ooijen van Volksgezondheid roept in een reactie op het RIVM-rapport ‘ondernemers op winstoverwegingen niet zwaarder te laten wegen dan de rookvrije generatie in 2040’.
Een moreel appel waarvan volgens Mierau allang is bewezen dat het niet werkt. ‘Bedrijven zullen winst maken altijd op één zetten, een overheid moet die gezonde keuzes bij bedrijven veel harder afdwingen met wetgeving.’
Bron: De Volkskrant, 17 januari 2024