Zen-leraar Edel Maex : ‘Kinderen maken ook geen lijstjes in hun hoofd’
Zen-leraar en psychiater Edel Maex (62) runt een stresskliniek, waar hij mensen leert hun gevoelens niet te verdringen, maar ze met aandacht en mildheid te beschouwen. Een houding die volgens hem weleens hét recept tegen burn-out zou kunnen zijn.
Wie ontwaakt met een radiowekker afgestemd op het nieuws begint de dag soms met iets vreselijks. Zo ook psychiater en zenleraar Edel Maex (62) enige jaren terug. 22 verongelukte Belgische schoolkinderen in een bus in Zwitserland, zei de stem. Zijn eigen zoons gingen kort tevoren op eenzelfde trip. Maex, behalve zenleraar ook maar een mens, heeft dan een eerste reflex: dit wil ik niet horen, dit is te erg. Meteen gevolgd door een tweede: wacht, niet wegduwen, aanwezig blijven.
Wat hij vervolgens doet omschrijft hij als een gulden middenweg tussen wegduwen en zwelgen, tussen afwenden en overspoeld raken. Milde open aandacht, noemt Maex het. Die ‘aandacht’, ook wel mindfulness, vormt de kern van zijn behandelingen in de stresskliniek van het Antwerpse ziekenhuis ZNA Sint Elisabeth.
Vanuit het raam van zijn werkkamer kijkt Maex op een verzameling Boeddha’s in de etalageruit van een New-Age-winkel aan de Leopoldstraat (lieve mensen, de winkeluitbaters, maar niet zijn plek). De psychiater mag het boeddhisme dan omarmd hebben, met de sfeer van oosterse mystiek heeft hij weinig, net als met de ‘mindfulness-industrie’.
Want dat is mindfulness geworden – een industrie, een hype, een moderne religie. ‘Met oppervlakkigheid, zweverigheid en flauwekul tot gevolg’, aldus Maex. Dat had de psychiater en beoefenaar van het zenboeddhisme niet voorzien toen hij de therapievorm halverwege de jaren negentig naar België importeerde.
Uit de VS overigens, niet uit het Azië. ‘Daar zijn ze het op dit moment weer van ons aan het kopiëren, paradoxaal genoeg’, zegt Maex met een stem die zich begrijpelijkerwijs uitermate goed leent voor mindfulnesspodcasts of een meditatiebegeleiding. Zacht, laag, donker. Met een Vlaamse tongval en van een Obama-waardige rustgevendheid.
Hoe bent u ooit bij het boeddhisme terecht gekomen?
‘Ik zat met mijzelf in de knoop. Ik woonde in Leuven, was pas afgestudeerd, wist nog niet waar het leven heen ging. Ik worstelde met een verbroken relatie, maar begon meteen een nieuwe om dat maar niet te voelen. Het was een crisisperiode in mijn leven, die waarschijnlijk bij die levensfase hoort.
‘Ik duwde de miserie weg door mij te pletter te amuseren. Als psychiater in opleiding volg je gesprekstherapieën en in die context zei iemand mij eens: in plaats van het ellendige altijd weg te duwen, kijk er eens naar. Ik dacht: onmogelijk, dat overleef ik niet. Maar tot mijn verbazing was het mogelijk om mijn pijn te aanschouwen, erbij aanwezig te blijven, zonder het weg te duwen én zonder erin te verzuipen.
‘Kort daarna kwam ik bij een zengroep. Daar zei de leraar precies dát: we komen zitten en openen onze aandacht, we kijken, duwen dingen niet weg, en blijven aanwezig. Ik ben nog wel ongelukkig geweest in het leven maar nooit meer zo diep als in die tijd, dat is toch wel te danken aan de zen.
‘Pas in de loop der jaren ben ik erachter gekomen dat wat ik als boeddhisme zag, met een grote focus op meditatie, in Azië niet bestaat. Het is een vorm die wij in het westen hebben bedacht.’
Wat bracht u ertoe als psychiater mindfulness te gaan gebruiken?
‘Rond mijn 30ste ben ik dus begonnen met mediteren. In die periode rondde ik mijn opleiding tot psychiater af. Ik dacht: als ík hier zoveel baat bij heb, dan móet ik dit aan mijn therapeutisch arsenaal toevoegen. Ik wist alleen nog niet precies hoe.
‘Ik ben me erin gaan verdiepen en stuitte op de Vietnamese zenmonnik Thich Nhat Hanh, die mindfulness heeft bedacht als afgeleide van het zenboeddhisme. De bedenker van de bijbehorende aandachtstraining en therapievorm, Jon Kabat-Zinn, is een Amerikaan. Het duurde nog even voordat ik hier als hoofd van de stresskliniek de ruimte kreeg om mijn eigen programma in te voeren. Ik begon met een paar trainingen per jaar, binnenkort doe ik mijn driehonderdste groep.
‘Ik heb mij een tijd verzet tegen het woord mindfulness, omdat het een Engelse term is, maar het staat nu ook in Van Dale, dus ik ben gezwicht. Al blijft mijn term van voorkeur nog altijd ‘milde open aandacht.’
En wat is dat concreet, die milde open aandacht?
‘Het gaat erom dat je bewust bent van wat er is. Klinkt dat vaag? O, maar het is juist heel concreet. Er zijn veel misverstanden over mindfulness, eentje is dat je geen gedachten zou mogen hebben. Dat is onzin. We produceren een onophoudelijke stroom gedachten. Maar jij bént die gedachten niet.
‘Een veel voorkomende reflex is om gevoelens weg te willen duwen. Maar boosheid, angst of verdriet worden niet kleiner als ze je ze negeert. Een ander risico is dat we overspoeld raken door emoties. In de training leer je aandachtig en zonder oordeel naar jezelf kijken, naar je lichaam, naar gedachtes en gevoelens. Je leert om niets weg te duwen, maar te bekijken hoe je erbij zit of ligt, wat je voelt, hoe je lichaam voelt, wat je bezighoudt. Dat hoeft overigens niet op een kussen of een matje, het kan ook als je door de gang loopt.’
Wie zich meldt bij uw stresskliniek, krijgt een cursus mindfulness. Is dat niet een wat eenzijdig recept?
‘De training is niet voor iedereen geschikt, soms zijn mensen te diep in een depressie, soms zijn ze gebaat bij medicatie of gesprekstherapie. Maar ik behandel een zeer heterogene groep, met verschillende leeftijd, sociale achtergrond en type klachten – dit is een algemeen ziekenhuis en de training is voor alle soorten mensen geschikt. Inmiddels is vrij bekend wat we hier doen, een hoop mensen komen speciaal voor de training, maar er zijn er ook die aanvankelijk denken: wat is dit?’
Ziet u veel mensen met een burn-out?
‘Ik heb de laatste jaren een spectaculaire toename gezien. Vooral onder jonge mensen. Burn-out wordt gedefinieerd als een werk-gerelateerd probleem, maar we bestaan niet uit compartimenten. Als je jonge kinderen hebt en een baan, zijn dat eigenlijk twee fulltime jobs en dat vinden we maar normaal. Ik denk dat er veel overlap is met depressie. De diagnostiek moet duidelijker, zuiverder.
‘Maar het etiket waarmee iemand komt is voor mij niet het belangrijkste. Mindfulness richt zich op kwetsbaarheidsfactoren die bij vele diagnoses een rol spelen.’
MILDHEID
Terminologie kan een hoop wrevel oproepen, weet psychiater Edel Maex. Woorden als mildheid, mindfulness, compassie. Een woord is maar een woord, vindt Maex. Daarom gebruikt hij vaak een beeld. ‘Het gevoel dat de meeste mensen krijgen als ze een kindje van een jaar of 1 zien dat probeert te lopen. Inzakken, opklimmen. Je doet niets, voelt een mix van vertedering en aanmoediging en aanschouwt. Dát is mildheid.’
Hoe kan het volgens u dat het lichaam van mensen met een burn-out het plotseling niet meer doet?
‘Het is typisch een westers probleem. Voor heel veel westerlingen is ons lichaam het eerste dat ons ontgaat als we bezig zijn. Mindfulness gaat over het lichaam. Je lichaam voelen, omgaan met grenzen.
‘Wij hebben een geschiedenis van paar duizend jaar waarin we het lichaam hebben gereduceerd tot iets dat slecht, zondig en ondergeschikt is. Wij hebben een scheiding aangebracht tussen lichaam en geest die niet bestaat. Voelen doen we met ons lichaam, verdriet doet pijn in het lichaam, maar we zijn er vervreemd van geraakt.
‘Het is dus niet zo dat het lichaam plotseling ophoudt. Mensen voelen hun lichaam en de alarmsignalen niet, gaan voort, tot ze ineens over een drempel gaan en instorten. Daarom zeg ik wel eens: de beste methode om je nooit moe te voelen, is om door te blijven gaan. Maar je ziet de bui hangen. Daarom worden mensen ziek op vakantie, vallen ze om als ze even stoppen. In de training leer ik mensen hun grenzen eerder aan te voelen. Niet pas als je bij de dokter zit.
Wat veroorzaakt een burn-out volgens u?
‘Mensen kunnen én willen hard werken. Het geeft ons een gevoel van zin. Mensen krijgen geen burn-out omdat ze te hard werken – al speelt dat vast mee – maar vooral omdat ze voelen dat hun werk niet langer zinvol is. Een burn-out komt als er iets gebeurt dat mensen onbillijk vinden, als we het gevoel hebben dat onze inspanningen nutteloos zijn. Dan ineens zakt het vermogen om hard te werken in, is de batterij leeg.
‘In één van mijn boeken vertel ik het verhaal van een vrouw die gevraagd wordt om een afdeling van een bedrijf te reorganiseren. Ze werkt keihard, draait overuren, uiteindelijk lukt het: de afdeling draait weer perfect. In het daaropvolgende functioneringsgesprek zeggen haar bazen: ‘Dat heb je goed gedaan, maar we hebben besloten om de afdeling op te heffen.’ De dag erna is zij gecrasht.
‘Maar het is niet altijd de werkgever. Mensen zijn zelf ook verantwoordelijk. Ze jagen zichzelf over grenzen, gaan met weinig respect met zichzelf om. Dat is een van de meest wezenlijke zaken die je leert bij mindfulness: om dat wel te doen.’
Waarom valt de ene wel om en de ander niet?
‘Wie sterker afhankelijk is van waardering van buitenaf, is kwetsbaarder. Maar het verschilt ook hoe mensen omgaan met stress. Bij een burn-out zie je dat mensen stelselmatig signalen van het lichaam hebben genegeerd. De favoriete signalen van ons lichaam zijn moeheid en pijn. Maar ook: je niet kunnen concentreren, meer slapen of niet meer kunnen slapen, onhebbelijk worden, je kinderen afsnauwen.’
Stel nu dat je die signalen bij jezelf opmerkt, wat kun je dan doen?
‘Dan is het misschien een moment om te reflecteren op hoe je aan het leven bent. Dat is niet makkelijk, want de maatschappij en het bedrijfsleven zijn alsmaar harder geworden. Het respecteren van je grenzen kan ook voor problemen zorgen. Misschien zeg je uiteindelijk je baan op, sluit je een ingeslagen route af.’
‘In mijn ogen is de diepste oorzaak van burn-out dat we uit het oog zijn verloren dat mensen zinvol willen zijn en niet alleen maar willen werken voor het geld.
En een mindfulnesstraining is dé oplossing?
‘Mij gaat het om menselijkheid, respect voor jezelf en anderen, mindfulness is er maar een voorbeeld van. Ik zie het als een onderdeel van een bredere onderstroom in de samenleving die zegt: zo kunnen we niet leven, dit moet anders. Het is een nood aan zingeving, samenhang, verbondenheid, ethiek.’
EDEL MAEX
Edel Maex (27 juni 1956, Leuven) is psychiater en hoofd van de stresskliniek in het ziekenhuis ZNA in Antwerpen. Hij beoefent het zenboeddhisme en schreef meerdere boeken over mindfulness en boeddhisme. Hij is getrouwd en heeft twee volwassen zonen.
U heeft het over verbondenheid, maar mindfulness beoefen je toch in je eentje?
‘De training wordt niet voor niets in groepen gegeven. Het gaat over omgaan met jezelf, maar het helpt ook om een betere moeder te zijn, je op straat beter te gedragen of in de file.’
Dus iedereen moet op cursus?
‘Wel, ‘moeten’ zou contraproductief zijn. Ik zou zeggen: ik merk dat heel veel mensen baat bij hebben bij mindfulness en dat ze ernaar verlangen – zonder dat ze het weten. Ik help mensen contact te maken met dat verlangen.
‘Dat stilstaan bij wat er is, heeft iets contra-intuïtiefs. Ik kan toch beter leuke dingen gaan doen, in plaats van kijken naar moeilijke dingen, zeggen mensen vaak. Maar wat ze ook zeggen: hee, dit deed ik als kind wel.
‘Kinderen maken geen lijstjes in hun hoofd van wat ze straks gaan doen of moeten. Ze kennen ook geen haast. Terwijl je als ouder staat te roepen: trek je jas aan, we komen te laat op school. Wij leren hen die aandacht af, dat vermogen om gewoon ‘te zijn’. En dat moeten ze als volwassene weer leren, via mindfulness.
‘We hollen vaak van het ene naar het andere doel: een deadline, de boodschappen, een sms’je. Als mensen hier aankomen zeg ik altijd: jullie hebben het verkeer weten te trotseren om hier te geraken. Dat doel heb je bereikt, hoe zou het zijn om jezelf even geen nieuw doel te stellen?’
En met mildheid kom je uit een burn-out?
‘Nee. Dat doe je met tijd en rust. Die mildheid dient om te voorkomen dat je het opnieuw meemaakt.’
De Volkskrant, Ianthe Sahadat,