Mag jouw baas zich bemoeien met jouw gezondheid – en dus met jouw levensstijl? Ja hoor, zegt driekwart van de werkgevers én van de werknemers in een vitaliteitspeiling. Vijf vragen (en antwoorden).
1. Vitaliteit? Waar gaat het over?
2. Zijn ‘minder vitale’ collega’s dan slechtere werknemers?
3. En mensen met sportblessures dan?
4. Is je gezondheid niet primair je eigen verantwoordelijkheid als werknemer?
5. Hoe denken de respondenten over de eigen verantwoordelijkheid?
Vraag één is natuurlijk wat er in de Vitaliteitspeiling 2010 van zorgverzekeraar CZ onder het begrip ‘vitaliteit’ wordt verstaan, maar een definitie hiervan ontbreekt in het onderzoek, uitgevoerd door Intomart GfK. Wel hebben de respondenten hun associaties rond ‘vitaliteit gerelateerd aan uw werk’ opgeschreven. Het gaat dan om thema’s als: energie hebben/overhouden; voldoening/plezier uit het werk halen; goede werkomstandigheden; je kunnen ontwikkelen/ontplooien.
Gevraagd naar de activiteiten die de werkgever moet ontplooien om de vitaliteit op de werkvloer te stimuleren, staan ‘goede werkplekken’ op één (44 procent), gevolgd door een ‘fietsenplan’ (35 procent) en een ‘jaarlijkse health check’ (34 procent).
2. Zijn ‘minder vitale’ collega’s dan slechtere werknemers?
Dat zou je wel denken, als driekwart van de werkgevers én van de werknemers van mening is dat de baas een medewerker ‘kan attenderen op zijn meer of mindere gebrek aan vitaliteit’. Veertig procent vindt zelfs dat de baas dat móet doen.
Vermoedelijk denken de respondenten hierbij aan gedrag dat de gezondheid nadelig beïnvloed, zoals roken en overmatig eten of drinken. Mensen met obesitas verzuimen bijvoorbeeld gemiddeld 11,7 dagen extra per jaar, werknemers met ‘gewoon’ overgewicht tweeënhalve dag. Die laatste groep beslaat overigens bijna de helft van de bevolking. (Cijfers uit de brochure Dik is duur. Wat werkgevers kunnen doen aan overgewicht, Platform Gezond Gewicht 2008.)
3. En mensen met sportblessures dan?
Dat sportblessures evengoed voor veel verzuim zorgen is een hardnekkig fabeltje, zegt TNO-teamleider Bewegen & Arbeid Vincent Hildebrandt. ‘Als je het macro-plaatje bekijkt, zie je dat er inderdaad verzuim plaatsvindt door sportblessures, maar dat sporters in totaliteit toch minder verzuimen omdat ze gezonder zijn.’
4. Is je gezondheid niet primair je eigen verantwoordelijkheid als werknemer?
Dat ligt eraan hoe je het bekijkt. Om bij het voorbeeld van obesitas te blijven: we vinden het normaal dat een werkgever gezondheidsschade moet zien te voorkomen die ontstaat door te zware fysieke inspanning. Waarom zou het dan niet normaal zijn dat hij ook gezondheidsschade moet zien te voorkomen als gevolg van te lichte fysieke inspanning? Vincent Hildebrandt: ‘Het is voor veel mensen een eye-opener dat niet-bewegen even slecht is voor hart en vaten als roken. Een zittende leefstijl brengt de gezondheid dus ernstige schade toe, en in veel beroepsgroepen wordt een zittende leefstijl bijna afgedwongen.’
Als het aan Hildebrandt ligt, neemt dus ook de werkgéver zijn verantwoordelijkheid, en wel door zijn medewerkers te stimuleren om meer te bewegen. Onder werktijd, want daarbuiten komt het er in de volgeplande levens toch niet van. Eventjes intensief tafeltennissen of lunchwandelen en dan weer aan het werk.
Anderen wijzen op het gevaar van paternalisme en stigmatisering: rokers, dikke werknemers, who’s next? Lex Burdorf, docent maatschappelijke gezondheidszorg aan het Erasmus Medisch Centrum: ‘Gezondheidsmanagement is alles wat een bedrijf doet om de gezondheid van zijn werknemers te verbeteren. Dat begint altijd met het verbeteren van de arbeidsomstandigheden, dan pas met leefstijl. En vooral niet andersom. Bij verbetering van de arbeidsomstandigheden moet je bij zittende werkers denken aan ergonomisch goed meubilair om rug- en polsklachten te voorkomen, een werkdruk die niet ongezond is en regelmogelijkheden. Dat is allemaal veel belangrijker dan of werknemers bijvoorbeeld net iets te dik zijn.’
5. Hoe denken de respondenten over de eigen verantwoordelijkheid?
Driekwart van de werknemers en tachtig procent van de werkgevers vinden dat de verantwoordelijkheid voor de eigen vitaliteit primair bij de werknemer ligt. Overigens vinden werknemers vaker dan werkgevers dat óók de werkgever hiervoor verantwoordelijkheid draagt (namelijk 66 procent van de werknemers en 54 procent van de werkgevers).
Paternalisme is op het eerste gezicht geen issue voor werknemers. Zo ziet dertig procent van de werknemers wel iets in gratis fruit (tegenover 15 procent van de werkgevers), 24 procent denkt aan een gezond aanbod in de kantine (tegenover 17 procent van de werkgevers), en als gezegd zou 34 procent een jaarlijkse health check op prijs stellen (tegenover 22 procent van de werkgevers). Zo’n health check vindt momenteel overigens in zes procent van de bedrijven plaats.